Wat is autisme?

02/04/2022 door 
Karen Devriendt
dag van autisme

Wat is autisme? Wat zijn de kenmerken van Autisme? Is iedereen niet een beetje autistisch?
In deze blog ga ik dieper in op een onderwerp die mij wat nauwer aan het hart ligt, namelijk Autisme. Gedurende mijn carrière werk ik al jaren rond deze thematiek en op persoonlijk vlak krijg ik er ook dagdagelijks mee te maken. Het is trouwens onmogelijk om in één blog alles uit te leggen, dus ik bundel enkele belangrijke vragen en antwoorden, niet in één maar in 2 blogs

Wat is autisme?

Autisme is een ontwikkelstoornis en wordt vaak gebruikt, maar de term ASS, namelijk Autisme Spectrum Stoornis is een betere benaming, want er bestaat een breed spectrum binnen dit thema. Je kunt namelijk veel kenmerken van de ene stoornis hebben, maar ook iets van een andere of helemaal niet. Vroeger sprak men oa ook over het syndroom van Asperger en PDD-NOS, maar vandaag gaan we vooral over het volledige spectrum spreken.

De hersenen van kinderen met autisme ontwikkelen zich anders dan bij de meeste mensen. Daardoor verwerken mensen met autisme de prikkels uit hun omgeving (alles wat ze horen, zien, ruiken, voelen) anders. Ze ervaren deze prikkels als losse informatie, waardoor het moeilijk is er een logisch geheel van te maken. Dat maakt het lastiger om de wereld rondom zich te begrijpen.

Bij autisme kunnen er extra psychische problemen ontstaan zoals dwangmatig gedrag of depressie. Mensen met autisme hebben ook vaker last van angsten en woedeaanvallen.

Wat zijn de kenmerken van Autisme?

Iedereen kent wel de standaard kenmerken en alle vormen van autisme hebben een aantal gemeenschappelijke kenmerken

  • Stoornis in de sociale omgang
  • Moeite met het zich inleven en verplaatsen in de ander
  • Weinig begrip van sociale situaties
  • Moeite met wisselende en onzichtbare sociale betekenissen
  • Stoornis in de communicatie
  • Moeite met abstract en vaag taalgebruik
  • Moeite met figuurlijk taalgebruik
  • Moeite met wat niet gezegd, maar wel bedoeld wordt
  • Moeite met non-verbale communicatie
  • Stoornis in de verbeelding
  • Rigide denken en handelen
  • Weerstand tegen veranderingen
  • Voorkeur voor vaste routines en regels
  • Beperkte, eenzijdige interesses

Naast deze symptomen kan er sprake zijn van opvallend gedrag in de zin van een vreemde oogopslag, een onhandige, houterige motoriek, hinderlijke bewegingen, veel friemelen en ‘pulken’ aan kleding.

Als iemand bovenstaande symptomen vertoont, wil dat nog niet zeggen dat men ook echt autisme heeft. Vaak herkent men autisme op twee gebieden nl. hoe iemand met anderen omgaat en hoe iemand zich gedraagt.

Autisme herkennen is niet altijd eenvoudig, want je ziet het niet aan de buitenkant. Mensen met autisme kunnen soms goed verbergen wat ze moeilijk vinden.
enkele voorbeelden zijn:

  • vrienden maken of houden
  • sociale situaties, hoe gedraag ik mij in welke situatie?
  • oogcontact maken
  • emoties tonen of herkennen
  • een gesprek gaande houden
  • moeite met onvoorspelbaarheid
  • moeite met verandering
  • omgaan met prikkels zoals lawaai, pijn, smaken, kledij,…

Finaal blijft het wel zo dat dit voor iedere persoon anders is, sommige mensen met autisme maken wel makkelijk vrienden, maar hebben het moeilijk met verandering bijvoorbeeld.

HET autisme of DE persoon met autisme bestaat niet.

Iedere persoon met autisme is anders → vandaar te term AutismeSpectrumStoornis (ASS)

Hoe wordt autisme getest?

Autisme kan nog niet op een objectieve manier worden vastgesteld. Lichamelijk onderzoek, zoals bloedonderzoek of een hersenscan, leveren onvoldoende informatie op. Autisme kan dan ook alleen worden vastgesteld aan de hand van uiterlijke gedragskenmerken.

Het onderzoek wordt bij voorkeur uitgevoerd door een team van verschillende specialisten met kennis en ervaring op het gebied van diagnostiek en autisme.

In het onderzoek wordt er enerzijds informatie verzameld bij verschillende personen zoals:

  • Ouders/ opvoeders
  • Kinderverzorgsters of leerkrachten van op school
  • Andere hulpverleners die reeds betrokken zijn.
  • Specialisten van de diensten wie de onderzochte persoon wordt gezien.

Anderzijds wordt er ook zorgvuldig nagedacht over welke diagnostische onderzoeken er nodig zijn om een zo’n volledig mogelijk beeld te krijgen van de te onderzoeken persoon.

Die informatie wordt op verschillende manieren verkregen, nl. d.m.v.

  • vragenlijsten
  • gesprekken
  • verslagen van eerdere/andere hulpverlening
  • directe observatie in verschillende situaties

Per organisatie en per cliënt kan het diagnostisch traject verschillende verlopen. Dit zowel in tijd als in diagnostische onderzoeken.

Ik noteer hier enkele voorbeelden van diagnostisch onderzoek maar dit is geen standaard.

  • Aanvullende gesprekken met ouders/opvoeders
  • Observatie tijdens spel met ouders/opvoeders
  • Observatie tijdens spel met kinderpsychiater of psycholoog
  • Observatie van het kind in de thuiscontext of op school

Qua testonderzoek kunnen volgende zaken in beeld gebracht worden:

  • Bepalen van het ontwikkelingsniveau (intelligentie-onderzoek)
  • Het niveau van spraak- en taalontwikkeling
  • De ontwikkeling op het gebied van aandacht, concentratie en geheugen
  • Inzicht in sociale situaties, gedachten en gevoelens van anderen.

Ook kan het zijn dat er expertise van andere hulpverleners worden ingezet met name van de kinderarts, – neuroloog of klinisch geneticus. Ook een kinesitherapeut kan gevraagd worden om de motoriek en de prikkelverwerking in kaart te brengen.
Er wordt steeds gezocht naar manieren om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen.
De verzamelde informatie wordt altijd eerst besproken in een multidisciplinair team. Op die manier worden alle onderzoeksresultaten vanuit de verschillende invalshoeken belicht. De uiteindelijke diagnose wordt steeds gesteld door een (kinder)psychiater.

Genoeg theorie nu. In mijn volgende blog gaan we dieper in op de praktijk en kom ik met praktische tips!